Het kopen van mountainbike banden is complexer dan je misschien denkt. Als je wel eens op MTB-forums kijkt of met andere rijders op het parcours praat over bandenkeuze, dan merk je al snel dat dit onderwerp behoorlijk wat passie oproept. Elke rijder heeft zijn favoriete combinatie en overtuigingen, gebaseerd op persoonlijke ervaring en specifieke rijomstandigheden.
Helaas bestaat er geen universeel antwoord op de vraag welke band voor jou de beste keuze is. Bandbreedte, omtrek, rubbersamenstelling, rolweerstand versus grip, TPI (Threads Per Inch, wat de flexibiliteit van de karkasstructuur bepaalt) en andere factoren maken elke band net zo uniek als de rijder zelf. Een hogere TPI (meestal tussen 60 en 120) zorgt voor een soepelere maar kwetsbaardere band, terwijl een lagere TPI (rond 30-60) resulteert in een stugere maar duurzamere band.
De rubbersamenstelling speelt ook een grote rol: zachter rubber biedt meer grip maar slijt sneller, terwijl harder rubber langer meegaat maar minder grip biedt. Moderne banden gebruiken vaak verschillende compounds in één band - harder rubber in het midden voor duurzaamheid en rolweerstand, zachter aan de zijkanten voor grip in bochten.
Sommige keuzes hangen af van je persoonlijke voorkeur (zoals de balans tussen grip en rolweerstand), andere worden bepaald door het terrein waar je rijdt (modderig, rotsachtig, of droog), en weer andere worden gedicteerd door je wielen en frame. Een systematische aanpak, waarbij je je rijstijl, lokale terreinomstandigheden en technische vereisten analyseert, helpt je bij het maken van de juiste keuze. Begin met het bepalen van je primaire gebruiksdoel en werk van daaruit verder naar de specifieke eigenschappen die je zoekt in een band. Zo kiezen mountainbikers in Nederland voornamelijk voor Cross Country (XC).
Je hebt een mountainbike en wilt de banden vervangen. Waar begin je? Kijk allereerst naar je wielmaat. Als je niet zeker weet welke maat je hebt, controleer dan de zijkant van je huidige banden of je velgen. Je zoekt naar een van deze drie maten die momenteel gangbaar zijn voor MTB-wielen: 26 inch, 27,5 inch en 29 inch. Deze maten worden ook vaak anders aangeduid; zo staat 27,5 inch bekend als 650b in het metrieke systeem, en 29 inch als 700c.
Het maataanduidingssysteem kan verwarrend zijn omdat fabrikanten verschillende notaties gebruiken. Een band kan bijvoorbeeld worden aangeduid als "27.5 x 2.40", "650b x 60mm" of "584 x 60" - deze verwijzen allemaal naar dezelfde wieldiameter met een specifieke bandbreedte. Het eerste getal (27.5/650b/584) verwijst naar de velgdiameter, terwijl het tweede getal (2.40/60mm) de bandbreedte aangeeft.
Let ook op de 'plus'-varianten, zoals 650b+. Deze zijn ontwikkeld voor bredere velgen en bieden ruimte voor banden tussen 2.8 en 3.0 inch breed, wat zorgt voor meer grip en comfort. Echter, niet elk frame heeft voldoende ruimte voor deze plus-maten. Controleer daarom altijd de specificaties van je frame en velgen voor de maximaal toegestane bandbreedte.
Een andere belangrijke overweging is de velgbreedte. Een te smalle velg in combinatie met een brede band kan leiden tot instabiel rijgedrag en zelfs gevaarlijke situaties. Als vuistregel geldt dat de interne velgbreedte ongeveer 30-35% van de bandbreedte moet zijn voor optimale prestaties. Raadpleeg bij twijfel de compatibiliteitsrichtlijnen van de fabrikant of je lokale fietsenwinkel.
Wielmaat: MTB-banden zijn er in drie verschillende maten: 26 inch, 27,5 inch en 29 inch. De wielmaat heeft een grote invloed op je rijervaring. 29-inch wielen (ook wel 'twentyniners' genoemd) rollen makkelijker over obstakels heen en bieden meer grip en stabiliteit, wat vooral handig is voor langere rijders en in technisch terrein. Ze zijn wel iets zwaarder en minder wendbaar in krappe bochten. 27,5-inch wielen (ook bekend als 650b) vormen een populair compromis: ze combineren de wendbaarheid van 26-inch met veel voordelen van 29-inch wielen. De traditionele 26-inch wielen, hoewel minder gangbaar bij nieuwe fietsen, blijven geliefd bij freeriders en dirt jumpers vanwege hun extreme wendbaarheid en lagere gewicht. Controleer altijd het label op je velg of de markering op je huidige band om de juiste maat te bepalen - een verkeerde bandenmaat kan gevaarlijk zijn en je velg beschadigen. Bij twijfel kan je lokale fietsenmaker helpen met het identificeren van de juiste maat.
Bandbreedte: De breedte van je band heeft grote invloed op het gevoel en de prestaties van je fiets. MTB-banden variëren meestal tussen 1,8 en 2,6 inch (45-66mm). Een bredere band zorgt voor meer stabiliteit in bochten en bij hogere snelheden, waarbij het grotere contactoppervlak zorgt voor betere grip en tractie. Ze absorberen ook meer schokken, wat comfortabeler rijdt en je meer controle geeft op ruig terrein.
Echter, bredere banden hebben ook nadelen: ze verminderen de ruimte voor modder tussen band en frame, zijn zwaarder, en de hogere wrijving beïnvloedt de snelheid. Een smallere band rolt sneller en is wendbaarder, maar biedt minder grip en comfort.
Je moet dus een compromis vinden gebaseerd op je rijstijl: cross-country mountainbikers gebruiken meestal banden van 1,8-2,2 inch voor snelheid en efficiëntie, trail-rijders kiezen vaak 2,2-2,4 inch voor een goede balans, terwijl enduro en downhill-racers vaak gaan voor 2,3-2,6 inch voor maximale grip en controle. Let ook op of je frame voldoende ruimte biedt voor de gekozen bandbreedte - sommige oudere frames kunnen problemen hebben met de nieuwste plus-size banden.
Veel fabrikanten maken specifieke banden voor het voor- en achterwiel. Hoewel je een voorband technisch gezien op het achterwiel kunt gebruiken of andersom, zijn het profiel en ontwerp zorgvuldig geoptimaliseerd voor de beste prestaties op het beoogde wiel. Deze specialisatie komt voort uit de verschillende rollen die voor- en achterwiel vervullen tijdens het rijden.
Een voorband heeft doorgaans een iets breder profiel dan een achterband, meestal 0,1 tot 0,2 inch breder. Ze hebben ook vaak hogere zijnoppen (5-7mm) maar lagere middennoppen (3-4mm) voor meer vertrouwen in bochten terwijl de rolweerstand laag blijft. Deze configuratie is cruciaal omdat de voorband verantwoordelijk is voor 60-70% van je remkracht en stuurbaarheid.
Voorbanden gebruiken vaak een zachtere rubbercompound (ongeveer 50-55 Shore A) voor maximale grip, vooral in de schouders van de band. Populaire voorbanden zoals de Maxxis High Roller II, Schwalbe Magic Mary en Michelin Wild Front AM hebben een open noppen-patroon dat goed werkt in verschillende omstandigheden en uitstekende grip biedt bij het insturen van bochten.
Een achterband heeft meestal meer horizontaal geplaatste noppen met een onderlinge afstand van 3-4mm. Deze zorgen voor betere tractie en voorkomen dat het achterwiel doorslipt in natte of modderige omstandigheden. Achterbanden gebruiken vaak een hardere rubbercompound (58-62 Shore A) in het midden voor betere duurzaamheid en lagere rolweerstand, aangezien het achterwiel de meeste aandrijfkracht moet overbrengen.
Een achterband kan ook 0,1-0,2 inch smaller zijn, wat de modderafvoer verbetert als de band veel debris meeneemt. Het noppenpatroon is meestal dichter en meer gerangschikt in rijen voor betere voorwaartse grip en efficiëntere krachtoverbrenging. Banden zoals de Continental X King Folding MTB Band - ProTection, Maxxis Aggressor en Schwalbe Nobby Nic zijn uitstekende achterbandopties die een goede balans bieden tussen grip, rolweerstand en duurzaamheid.
Voor de beste prestaties is het aan te raden om voor- en achterbanden als set te gebruiken van dezelfde fabrikant, omdat deze vaak ontwikkeld zijn om optimaal samen te werken qua grip-karakteristieken en rijeigenschappen.
Cross-country rijders zijn constant op zoek naar de perfecte balans tussen snelheid en grip. Ze kiezen meestal voor snel rollende banden met gladdere/ kleinere noppen (2-3mm hoog) en een smallere bandbreedte (1,9-2,25 inch). Deze banden maximaliseren de prestaties onder minder veeleisende omstandigheden, zoals normale trails, harde ondergrond en gras. XC-banden hebben typisch een hoge TPI-waarde (120+) voor minimaal gewicht en maximale souplesse. In Nederland is dit de meest voorkomende rijstijl.
In natte omstandigheden kiezen XC-rijders vaak voor smallere profielen (1,9-2,1 inch) voor betere modderafvoer. Ze kunnen ook overstappen op grotere noppen (3-4mm) voor meer grip, waarbij het belangrijker wordt om een open profiel te hebben dat zichzelf schoonmaakt. Populaire XC-racebanden zoals de Schwalbe Racing Ralph Evo Super Ground, Maxxis Aspen en Continental Race King zijn geoptimaliseerd voor snelheid met een dubbele rubbercompound: harder in het midden voor lage rolweerstand en zachter aan de zijkanten voor meer grip in bochten.
Trail- en 'Enduro'-rijden vereist banden met substantieel meer grip en duurzaamheid dan cross-country banden. Deze disciplines gebruiken meestal bredere banden (2,3-2,6 inch) met noppen van 4-6mm hoog. De karkasconstructie is robuuster, vaak met extra beschermingslagen tegen lekrijden en doorslag.
Deze banden gebruiken zachtere compounds die beter 'plakken' op rotsachtige ondergronden, terwijl het bredere profiel beter presteert in extreme bochten. De noppenpatronen zijn aggressiever en wijder uit elkaar geplaatst voor betere grip in losse ondergrond. Banden als de Michelin Force AM Competition, Maxxis Minion DHF/DHR II combinatie en Schwalbe Magic Mary zijn speciaal ontwikkeld voor deze disciplines en bieden een uitstekende balans tussen grip, rolsnelheid, duurzaamheid en prestaties. Ze gebruiken vaak een driedubbele compound-technologie voor optimale prestaties in verschillende delen van de band.
Offroad banden zijn meestal voorzien van een drukbereik: van het minimum dat een rijder met gemiddeld gewicht ondersteunt, tot het absolute maximum dat de band aankan. Overschrijd nooit het maximum als banden zijn gemarkeerd met een bereik, omdat dit kan leiden tot beschadiging of zelfs een plotselinge klapband.
De optimale bandenspanning hangt af van verschillende factoren. Zwaardere rijders (80+ kg) hebben meestal 0,2-0,3 bar meer nodig dan het gemiddelde. Bij tubeless banden kun je meestal 0,2-0,3 bar lager rijden dan met tubes. Ook je rijstijl speelt een rol: voor technische trails en veel grip kun je lager rijden (1,6-1,8 bar), voor snelle hardpack trails en maximale rolsnelheid juist hoger (2,0-2,2 bar).
Als je band geen markeringen op de zijwand heeft, raadpleeg dan een bandenspanningstabel van de bandenfabrikant. Meet je spanning altijd met een betrouwbare digitale meter en controleer voor elke rit. Een vuistregel voor beginners: start met 2,0 bar voor en 2,2 bar achter, en pas aan naar behoefte. Bij tubeless setups is het belangrijk om niet te laag te gaan (minimaal 1,4 bar) om 'burping' (luchtverlies in bochten) te voorkomen.
Slim gekozen banden maken een wereld van verschil voor je mountainbike ervaring. Of je nu een snelle cross-country racer bent die zoekt naar minimale rolweerstand, of een enduro-rijder die maximale grip nodig heeft, er is een perfecte band voor jouw rijstijl.
Begin je zoektocht met het bepalen van je belangrijkste gebruiksdoel en rijomstandigheden. Controleer vervolgens de technische vereisten van je fiets: wielmaat, velgbreedte en frameclearance. Deze factoren vormen de basis voor je keuze.
Experimenteer daarna met verschillende bandencombinaties, bandenspanning en compounds om je setup te perfectioneren. Vergeet niet dat voor- en achterbanden verschillende rollen vervullen en daarom ook verschillende eigenschappen vragen. Een goede combinatie van beide maakt je fiets voorspelbaar en vertrouwenwekkend in alle omstandigheden.
Laat je adviseren door ervaren rijders en je lokale bikeshop, maar onthoud dat persoonlijke voorkeur een grote rol speelt. De 'beste' band is uiteindelijk degene die het beste bij jouw rijstijl en lokale omstandigheden past.
Terug naar Koopgids